(Iem.) naar een strafkolomie e.d. overbrengen: deporteren.
Terwijl hij, Bennie, niets van zijn eigen moeder afwist, alleen maar wist dat zij door de Duitsers was weggevoerd, niet eens wist of zij in leven was of dood, VAN AKEN 1958, 51.
Afl.: weggevoerde (zie ald.);
- wegvoering, (pur.) deportatie, transport (Na de tweede wereldoorlog bedroeg hun aantal als gevolg van de onmenselijke wegvoeringen door de nazi’s nog amper 10.000, Laatste Nieuws 30/7/1980).