Conditie, vorm; vooral in de verb. in (goede) form, uit form zijn.
Dat is ook tekenend voor de mindere forme welke Connors gedurende het ganse toernooi moest laten blijken, Gazet v. Antw. 4/7/1977.
Op het einde van hun reis troffen ze ginder prof. A. C. in de forme van zijn leven. Daar vertelde hij de studenten in een zwak momentje dat hij in 45 jaar nog maar 35 minuten ernstig had gewerkt, Alumni 1979, 4, 15.