1. Informeren (naar -), inlichtingen vragen.
Bevraagt een bezoeker zich naar de woning van een begijntje, dan duidt de medezuster van de rol het huis nooit anders aan dan door de naam van de heilige, onder wiens bescherming het werd geplaatst, WYSEUR-DE RYCK 1954, 13.
Hij had het (kamp) nooit gezien, maar toen Horst er begon heen te vliegen had hij zich bevraagd. Het was in de vorige eeuw gebouwd voor een grensgarnizoen en dus eigendom van de staat, WALSCHAP 1975, 156.
Alles hangt hier nog eens af van de vrederechter (bij wie men zich vooraf kan bevragen) want er bestaan in deze zaak geen geschreven regels, Touring 7/4/1977.
2. Onderzoeken; ter discussie stellen.
De school is inderdaad niet ontsnapt aan de felle protestgolf die zowat elke instelling in onze samenleving kritisch bevraagt, Volksmacht 3/12/1976, p. 5.
In september (werd) een oproep gedaan om te werken aan de eigen groepssituatie, het chiroleven in zijn grote en kleine aspecten te bevragen en te doorzoeken, Kerk en Leven (ed. Mechelen) 25/5/1978, p. 9.
Opm.: In de standaardt. alleen nog in advertenties en mededelingen in de verb. te bevragen bij -.
Afl.: bevraging, onderzoek, enquête; hierbij: bevragingsactie, enquête (Bij deze bevragingsaktie willen we niemand uitsluiten. Als je graag een vragenlijst invult kan je altijd een eksemplaar aanvragen, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 42).