Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

aanhalen

betekenis & definitie

1. (Iem., iets) door ergens te halen aanvoeren: (iem.) ophalen, (iets) halen, aanbrengen, aandragen. Er is maar weinig volk aan den disch....

Aan het hoofd van de tafel het stralend paar, dan Jolleke... en tante Fien. Ook Leentje en de twee andere zonen van tante, die nog werden aangehaald na de mis, WACHTERS 1946, 183.Ze helpt moeder het huis vegen. Ze haalt water aan en loopt om boodschappen, Vrouw en Wereld maart 1974, p. 14.

2. Vermelden.

Om het succes van het salon voor open haarden, wanden en vloerbekledingen te schetsen kan aangehaald worden dat zelfs op de eerste autoloze zondag die ons land beleefde nog 9797 bezoekers werden geteld, Shopping (ed. Antw.-Z.) 18/11/1976

Afl.: aanhalig, (gewest.) van een ziekte: besmettelijk.