Zin A
gevoelsverhouding tussen onderwijzer en leerlingen tijdens het onderwijs, door den onderwijzer onbewust tot stand gebracht door zijn wijze van spreken, zijn gebaren, de mate van zijn genegenheid en andere uitingen van zijn persoonlijkheid.
In deze zin is „toon” synoniem met stemming en sfeer en heeft de onderwijzer noodzakelijkerwijs die leertoon, welke met zijn persoonlijkheid overeenkomt.
Zin B
wijze van spreken van den onderwijzer bij zijn onderwijs.
In deze zin kan de onderwijzer zijn leertoon bewust beïnvloeden; waar hij zeker, vriendelijk en opgewekt is of zich daartoe kan dwingen, is zijn leertoon goed.