Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

vrijhandel

betekenis & definitie

de handel die niet door maatregelen van overheidswege wordt belemmerd of beperkt. De voorstanders van vrijhandel verwachten daarvan de volgende voordelen: de internationale arbeidsverdeling wordt erdoor bevorderd, de concurrentie met het buitenland werkt stimulerend, de afzetgebieden worden groter, de goederen worden voor de verbruikers goedkoper en de vrede wordt erdoor gewaarborgd.

Groot-Brittannië was de belangrijkste verdediger van het vrijhandelsprincipe. In 1932 vormde het echter met de overige staten van de Commonwealth een gesloten economisch gebied, omgeven door hoge muren van beschermende invoerrechten. Daarmee behoorde de vrijhandel tot het verleden. In beperktere zin spreekt men tegenwoordig weer van vrijhandel in EEG- en EFTA-verband.