Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

vorst

betekenis & definitie

1. in de oudgermaanse gouwen de „eerste”, de aanvoerder in de strijd en de voorzitter van de gouwvergadering. Hertog, graaf, bisschop en abt golden als „vorst” (Fr.: prince).

Na de Franse tijd zijn vrijwel alle vorstelijke titels verdwenen. In Duitsland is de titel „Fürst” nog steeds gangbaar en begeerd; 2. zodra de temperatuur beneden o° C daalt, spreekt men van vorst. Weerkundigen noemen vorstdagen alle dagen waarop de minimumtemperatuur beneden o° C komt. Vorst treedt in als koude lucht van elders wordt aangevoerd, of als bij helder weer met weinig of geen wind de nachtelijke uitstraling van de bodem sterker is dan de bestraling overdag.