het voortbrengen van plantaardige of dierlijke wezens door gelijksoortige schepselen. De ongeslachtelijke voortplanting komt vooral bij de lagere levende wezens voor.
Zij komt tot stand door stekken, afsnoering, knopvorming, uitlopers, stengelknollen en wortelstokken. De geslachtelijke voortplanting komt tot stand met behulp van kiem- of geslachtscellen, die zich twee aan twee verenigen; zie bevruchting en maagdelijke voortplanting.