veeartsenijkundig toezicht op voor de consumptie bestemd vlees. De vleeskeuringswet stelt bepalingen vast tot wering van vlees en vleeswaar die voor de volksgezondheid schadelijk zijn.
De slachtdieren moeten vóór en na de slachting aan keuring worden onderworpen, tenzij het een huisslachting van een varken, schaap of geit betreft. Bij gestorven dieren of noodslachting heeft alleen keuring na de slachting plaats. Bij de keuring wordt het vlees van één of meer stempels voorzien. Als het dier heeft geleden aan bepaalde ziekten, o.a. miltvuur, veepest en trichinose, moet het geheel worden afgekeurd.