Na afloop van een wettelijk bepaalde termijn kan een schuldeiser zijn vordering niet meer langs gerechtelijke weg invorderen. Zijn vorderingsrecht is dan verjaard, in het algemeen na dertig jaar, maar in bepaalde gevallen na kortere tijd.
Er bestaat nog een tweede verjaringsregeling. Iemand die een huis of grond bezit en mocht denken dat hij er de eigenaar van is, zal, indien dit niet het geval is, na verloop van een periode, die naar omstandigheden twintig of dertig jaar bedraagt, toch eigenaar worden door verjaring. Ook bepaalde strafbare feiten kunnen verjaren, waardoor na een aantal jaren iemand niet meer voor deze feiten kan worden vervolgd.