beweging waarbij een lichaam tussen twee punten snel heen en weer beweegt. Een stemvork, een vioolsnaar, enz., kan trillen.
De trilling wordt bepaald door het trillingsgetal of de frequentie en de trillingsbreedte of amplitude. Ook de regelmatige richtings- en sterkteveranderingen van de wisselstroom en van het elektromagnetische veld noemt men trillingen. De elektromagnetische trilling wekt de elektromagnetische golven op.