Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Tachtigjarige Oorlog

betekenis & definitie

(1568-1648), wel de belangrijkste periode in onze vaderlandse geschiedenis: ontstaan en vorming van de onafhankelijke Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ontstaan: onder het huis der Boergondiërs was een los geheel van „17 Nederlanden” ontstaan, dat daarna als het ware familiebezit van het Oostenrijkse Huis werd.

Door de opvolging van Karel V werden de Nederlanden gekoppeld aan Spanje, waar Philips II in 1555 het bestuur overnam. Deze voerde een absoluut bewind (tegen handels- en geloofsvrijheid en voorbijziend aan de aloude bestuursprivilegiën in de gewesten). Het zich bedreigd voelen van de gewesten leidde tot gewapend verzet: tegen de Spaanse inquisitie (geloofsrechtbank), tegen kettervervolging, tegen het belastingstelsel (de tiende penning), tegen het ingrijpen in de gezagssfeer van de landadel, tegen de nieuwe kerkelijke indeling, die de belangen van kerken en kloosters schaadden. Vorming: de komst van Alva na de Beeldenstorm van 1566 bracht zoveel beroering, dat de tijd rijp scheen voor het verzet als één man. In deze verwachting zag Prins Willem van Oranje zich tot driemaal toe bedrogen (1568 Heiligerlee, 1570 Loevestein, 1572 Den Briel). Het eerste teken van nationaal besef was het eigenmachtig bijeenkomen van de Staten van Holland te Dordrecht in 1572.

De standen (standenvertegenwoordigers) van elk opstandig gewest volgden dit voorbeeld, terwijl de oorlog aan beide zijden met wisselend succes werd gevoerd. In 1588 besloten de „Verenigde Staten” of Staten-Generaal zelf de oppermacht uit te oefenen en sloten al in 1596 hun eerste verdrag met Frankrijk en Engeland. Het begin en het einde van deze periode 1588-1598 vormden respectievelijk het dieptepunt en het strijdbare hoogtepunt in de tachtig jaren. Het Twaalfjarig Bestand van 1609-1621 betekende eigenlijk al een erkenning van onze onafhankelijkheid door Spanje. Een tweede reeks van veroveringen rondde vóór de vrede van Münster in 1648 het gebied van de nieuwe republiek af. De stukken die van Brabant en Vlaanderen waren afgescheurd, kwamen rechtstreeks onder de Staten-Generaal (Generaliteitslanden), terwijl de zeven zelfstandige mogendheidjes de in 1579 „voor de duur van de oorlog” gesloten Unie van Utrecht, ondanks vele gebreken, handhaafden als grondslag van de republiek tot 1798.