(pseudoniem van Frank Lateur; 1871-1969), de grootste Vlaamse prozaschrijver van zijn tijd. Meesterlijk beeldde hij het Vlaamse boerenleven uit, waarbij hij de mens zag in al zijn kleinheid en afhankelijkheid van de natuur („De Vlaschaard”, „Langs de Wegen”, „Minnehandel”).
Ook het kinderleven en de simpele kinderziel wist hij voortreffelijk te schilderen, b.v. „Prutske”, „Alma met de vlassen haren”, „Het Kerstekind”.