Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Hout

betekenis & definitie

is de door cambium, bast, schors, kurkcambium en korst omgeven kern van vezels, houtparenchym (= celweefsel) en houtvaten van bomen en heesters. Het jonge, nog weke buitenste gedeelte van de houtcilinder heet spint, het oudere, hardere, inwendige kernhout.

Hout wordt als timmerhout, in de meubelindustrie, voor draaiwerk, voor de papierbereiding, als brandstof, enz., gebruikt. Fijne houtsoorten zijn b.v. mahoniehout, ebbehout, kersehout; harde houtsoorten b.v. pere-, eike- en beukehout; zachte o.a. naaldhout. Het zachte Afrikaanse limbahout dient als fineerhout. De aderen en vlammen in het hout worden veroorzaakt door de afwisselend lichte en donkere lagen der jaarringen.