een zeer voedzaam en gezond veevoer voor de wintermaanden. Hiervan wordt in tijden van overvloed een reserve voor voedselarme maanden gevormd.
De moderne bewaarplaatsen voor dit voedsel zijn ronde silo’s van hout, steen, beton of metaal. Het ingekuilde voer moet een melkzuurgisting ondergaan, die door melkzuurbacteriën tot stand wordt gebracht. Daar deze geen lucht verdragen, stampt men het voer vast aan. Voor de gisting is suiker of zetmeel nodig. Daarom zijn in het bijzonder aardappelen, knollen, zonnebloempitten en maïs voor de bereiding van gegist voer geschikt. Eiwitrijke voederplanten, zoals klaver, bonen, lupinen, jong gras, hebben een toevoeging van voedersuiker nodig, opdat zij gemakkelijker kunnen gisten.