Dit begrip geeft aan van wanneer af en hoe lang permanente culturen of huisdieren nut afwerpen. In de bosbouw varieert hij bij het hakhout tussen 15 en 25 jaar, bij hoog opgaand hout tussen 80 en 160 jaar; zie bos.
Men probeert de gebruiksduur zoveel mogelijk te verkorten, in de bosbouw b.v. door de aanplant van populieren, in de fruitteelt door de voorkeur te geven aan de vroeg produktieve, doch kort levende struik- en piramidevormen. In de pluimveehouderij bestaat meestal een tweejarige vervanging, zodat in elk jaar de helft der hennen vernieuwd wordt. Hoenderparken hebben vaak een éénjarige vervanging; zie ook leeftijden van planten en dieren.