Definities van Encyclopedie voor Zelfstudie in de Ensie Z
- Za'greb
- zaad
- zaadlob
- zaadplanten
- zaag
- zaagbekken
- zaagvis
- zaaien
- zaaigoed
- zaakbeschadiging
- zaakwaarnemer
- Zaan
- Zaandam
- Zaanstad
- Zacharia
- Zacharias
- zacht water
- zadel
- Zadkine, Ossip
- Zai're
- zakelijk recht
- zakjeszwammen
- zalige
- zaligheden
- zalm
- zalving
- Zambe'si
- Zambe'zi
- Zambia
- Zamboanga
- Zamenhof, Lazarus Ludwig
- Zan'zibar
- zand
- Zandbank
- zandhaver
- zandhoos
- zandloopkever
- zandloper
- zandsteen
- zandstraal
- zandvlo
- Zandvoort
- zanglijster
- zangspel
- zangvogels
- zaponlak
- Zaporoz'je
- Zaragoza
- Zarathoe'stra of Zoroaster
- Ze' nit
- zeboe
- Zebra
- zebra of gestreepte ezel
- zebrapad
- zeden
- zedenleer
- zedenmisdrijf
- Zederikkanaal
- Zeebeer
- zeebeer of pelsrob
- zeebeving
- zeeboezem
- zeediepten
- zeedistel
- zeeëgel
- zeefdruk
- zeegras
- Zeehonden
- zeehonden of robben
- zeekaarten
- zeeklimaat
- zeekoeien
- zeekoeten
- zeekreeft
- Zeeland
- zeeleeuw
- zeelt
- Zeeman, Pieter
- zeemijl
- zeeolifant
- zeeotter
- zeep
- zeepaardje
- zeepboom
- zeepkruid
- zeerecht
- Zeeroverskust
- Zeeroverskust of Verdragskust
- zeeschuim
- zeeslangen
- zeesnoek
- zeespiegel
- zeesterren
- zeestraat
- zeestromen
- Zeeuws-Vlaanderen
- zeevaartschool
- zeeverzekering
- zeevisserij
- zeewind