Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Dorp

betekenis & definitie

In de Germaanse laagvlakte hebben zich verschillende typen van dorpen ontwikkeld. Deze verschillende vormen van aanleg kunnen verklaard worden uit de volgende factoren: de ligging, de historische ontwikkeling en de leefwijze der dorpsbewoners.

Zo kunnen onderscheiden worden: 1. Het ronde dorp of het komdorp, het oude Germaanse dorptype. In het noorden van Nederland op de Friese en de Groningse klei, maar ook in Oost- en Noord-Friesland: het terp- of wierdedorp en in Drente: het brinkdorp. Terpen, in Groningen „wierden” genoemd, zijn gebouwd op een ronde opgeworpen heuvel, gewoonlijk 4 à 5 m hoog. Op het hoogste punt bevinden zich de kerk en het kerkhof. De Friese en Groningse terpdorpen dateren gewoonlijk uit de 5de eeuw vóór onze jaartelling. Verschillende terpen werden geheel of gedeeltelijk afgegraven. De terpmodder werd verkocht. Het terpdorp is het Friese dorptype van de klei. De Drentse brinkdorpen hebben midden in het dorp de brink, het dorpsplein. Om de brink zijn de boerderijen gebouwd en liggen de akkers (de es). Om de es liggen de gemeenschappelijke markegronden. Het brinkdorp is het Drentse of het Saksische type. De ronde vorm van het dorp diende ter verdediging;
2. Het langgerekte streek- of wegdorp is een nederzetting langs een bestaande of een nieuw aangelegde weg. In Friesland de ,,ga”dorpen, zoals Oudega, Wolvega (ga betekent streek). Een dijkdorp is een dergelijk dorp gebouwd langs oude rivierdijken. Een veenkolonie is een langgerekte nederzetting langs een vaart, b.v. in de Groningse en de Drentse veenkoloniën, b.v. Stadskanaal, Musselkanaal;
3. Het angerdorf, ten oosten van de Elbe. De anger is het dorpsplein, waarop zich de dorpsvijver, de kerk en de school en vaak ook de dorpsherberg bevinden;
4. Het woudhoevendorptype komt in bergachtige streken voor;
5. Het verspreide dorptype (Duits: Haufendorf) wijst op een jongere willekeurige vestiging of kolonisatie.