de leer van de levende wezens. Zij omvat de plantkunde (botanie), de dierkunde (zoölogie) en de menskunde (antropologie).
In de anatomie houdt zij zich bezig met de bouw der levende wezens; in de fysiologie tracht zij de stofwisseling en de groei, de prikkelverschijnselen, de bewegingen en de voortplanting te doorgronden. De afstammingsleer bestudeert de afstamming der organismen; de embryologie onderzoekt de ontwikkeling van de kiem vanaf het ei tot het volledig ontwikkelde individu. De celleer onderzoekt de bouw en de levensverrichtingen der enkele cellen.