Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Amsterdam

betekenis & definitie

de hoofdstad van Nederland, met 758 000 inwoners, de tweede havenstad van het land, gelegen aan de monding van de Amstel in het IJ. Terwijl het omstreeks 1300 nog een klein dorpje van vissers en boeren was, ontwikkelde er zich in de nabijheid van de dam met de overtoom, die er in de Amstel gelegd werd, weldra een drukke handel.

De Oostzeehandel was de moederhandel (de oudste handel) van Amsterdam. Na de val van Antwerpen in 1585 kwamen vele kooplieden uit deze stad naar Amsterdam. Als zetel van de Oostindische en van de Westindische Compagnie beleefde de stad in de Gouden Eeuw een ongekende bloei. De toegangsweg naar de stad ging over de toenmalige Zuiderzee, waar, voor de mond van het IJ, het Pampus veel hinder veroorzaakte. Tijdens de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) en in de Franse tijd ging de handel van Amsterdam te gronde. Om hem na 1815 weer te doen herleven werd in 1824 de Nederlandse Handel-Maatschappij opgericht.

In 1826 kreeg Amsterdam in het Noordhollands Kanaal een betere verbinding met de zee. Een nieuwe bloeitijd begon na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 (een kanaal echter met sluizen). Ook kreeg Amsterdam in het Merwedekanaal, later in het Amsterdam-Rijnkanaal, een verbinding met het Ruhrgebied en het Rijnland. Amsterdam is een invoerhaven. De industrie in stad en omgeving is in verband daarmee vooral veredelingsindustrie of trafieknijverheid (bewerking van de aangevoerde produkten voor de consumptie: tabaksfabrieken, suikerraffinaderijen, koffiebranderijen, rijstpellerijen). Bekend zijn de fraaie Amsterdamse grachten, die bij de geleidelijke uitbreiding van de stad in de Gouden Eeuw gegraven werden (Heren-, Prinsen- en Keizersgracht) met hun oude herenhuizen.

Bekende gebouwen zijn: de Oude en de Nieuwe Kerk, het Paleis op de Dam (bouwmeester Jacob van Campen), de Munt- en Schreierstoren, het Rijksmuseum, het Centraal Station (van architect P. Cuypers) en de Beurs (van Berlage, 1903).