Appeltaart is een ronde, vrij hoge taart van stevig (zand)deeg. De basisvulling bestaat uit een mengsel van appels, kaneel, suiker en citroensap. De appelsoort die traditiegewijs gebruikt wordt voor appeltaart is goudreinette, een wat zuurdere, stevige appel. De bovenkant is bedekt met een raster van deeg.
Appeltaart is een zeer oude gebakssoort, die gezien kan worden als onderdeel van de Hollandse cultuur. Vele restaurants serveren deze lekkernij in combinatie met een toef slagroom en een kop koffie. Echter is appeltaart niet alleen in Nederland een begrip, ook in het buitenland vinden we de appeltaart terug in de vorm van een Engelse 'Apple pie' of Franse 'Tarte aux pommes'.
De taart is vrij gemakkelijk te maken aangezien er maar weinig ingrediënten en gereedschappen aan te pas komen. Een oven en een springvorm zijn al voldoende, het deeg hoeft enkel met de hand gekneed te worden. Mede hierdoor leent de taart zich goed voor variaties. Vaak worden er noten of rozijnen aan de vulling toegevoegd, maar ook custardpudding of abrikozenjam worden gebruikt. Bekende variaties op de Hollandse appeltaart zijn boerenappeltaart en appel-notentaart.
Het eerste geschreven recept voor Hollandse appeltaart stamt uit 1514, uit een boekje genaamd 'een notabel boecxken van cokeryen'. De auteur is onbekend. Tegenwoordig worden er zelfs 'beste appeltaart' verkiezingen gehouden, dit jaar gewonnen door 'Winkel 43' in Amsterdam.
