XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Werkspoor

betekenis & definitie

Werkspoor - In 1827 richtte Paul van Vlissingen* in één van de gebouwen van de voormalige Verenigde Oost-lndische Compagnie* op Oostenburg een reparatiewerkplaats in. Een klein bedrijf, bedoeld om te voorzien in de behoefte aan machines van de toen nog jonge Amsterdamsche Stoomboot Maatschappij (A.S.M.*). Het eerste jaar waren er 60 arbeiders, maar al spoedig breidde de fabriek zich sterk uit. In 1828 associeerde de oprichter zich met de Rotterdamse koopman A.E. Dudok van Heel.

Het bedrijf werd toen een "Commanditaire Sociëteit". Even dreigde de ontwikkeling geremd te worden door een zware brand in de fabriek in 1836, maar dankzij koning Willem I kwam men die slag te boven. In 1845 ging men zich toeleggen op de bouw van ijzeren schepen; in 1857 waren er 1.600 arbeiders. Sindsdien heeft het bedrijf de schommelingen van de wereldeconomie aan den lijve ervaren; er waren tijden van grote slapte, maar ook van overstelpende drukte. In 1871 ontstond uit de Sociëteit de "Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen", die in 1891 overging in de "Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel". Herhaalde malen waren reorganisaties nodig. In 1902 ging de fabriek zich toeleggen op de bouw van dieselmotoren, waarmee zij zich wereldvermaardheid verwierf. In 1913 werd de wagon- en bruggenbouw overgeplaatst naar Utrecht. Voorjaar 1914 werd de naam Werkspoor (als zodanig stond de onderneming reeds lang bekend) aan de officiële naam toegevoegd en werd de naam N.V.

Nederlandse Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel, genaamd Werkspoor. In 1929 werd de officiële naam Werkspoor N.V. In april 1954 kwam een fusie tot stand met de Koninklijke Machinefabriek Gebr. Stork & Co. N.V. te Hengelo onder de naam Verenigde Machinefabriek N.V. (VMF). In 1969 werd besloten om de activiteiten op het gebied van dieselmotoren te bundelen in Stork-Werkspoor Diesel (SWD). Omstreeks 1973 werden de activiteiten van Werkspoor Amsterdam beëindigd en bleven in Amsterdam drie werkmaatschappijen over: Stork Wärtsilä Diesel (dieselmotoren), Stork RMO (machinebouw) en Stork FDO (materiaalonderzoek, meettechniek). Tegenwoordig hebben kleinere bedrijven het vroegere bedrijfsterrein van Werkspoor in gebruik.

LIT. Dr. MG. de Boer, Honderd jaar machine- industrie op Oostenburg, 1927; J.H. Kruizinga, Adieu Kattenburg, 1966; id., De Oostelijke Eilanden in oude ansichten, 1985; J.B. Kist e.a., Van V.O.C. tot Werkspoor, 1986; Jacques Huysmans, Van V.O.C. tot Werkspoor, Heemschut juli/aug. 1987, 22; Wim Ruigrok en Eric Slot, Bouwen en slopen, Werkspoorhallen, O.A. 1999, 275; Roland van Putten, De Plantage, Kadijken en Oostelijke Eilanden, 1999.