XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Variété

betekenis & definitie

Variété - Het variété heeft ongetwijfeld in A. aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw veel meer betekend dan tegenwoordig. Omstreeks de eeuwwisseling waren de variétés zeer talrijk en waren er vele populaire etablissementen. Er waren zaken van zeer verschillend gehalte: van de Habs (Het Wapen van Habsburg), onderhuis in de Quellijnstraat 64, waar de populaire Eduard Jacobs* zijn vaak wat scrabeuze liedjes zong, tot de grote Salon des Variétés* aan de Amstelstraat kende men vele schakeringen. Vele artiesten hebben in de loop van jaren het tot een grote, dikwijls landelijke populariteit gebracht, zoals Michel Solser, dikwijls samen met Hesse. Solser was een uitzonderlijke komiek, die optrad in Victoria in de Warmoesstraat.

In De Vereeniging, Kalverstraat, debuteerde in 1895 Louis Davids* als dertienjarige. In het Panopticum* trad Koos Speenhoff in zijn eerste jaren op. Theater Flora* was het domein, waar Leon Boedels* met zijn liedjes successen oogstte. Het was een café-chantant, men betaalde er geen entree, maar men moest een consumptie nemen. Zulke zaken waren in die tijd meer dan talrijk in A., vooral in de Nes* en de Warmoesstraat*, toen heel bekende vermaaksbuurten. Dikwijls ging het in dergelijke gelegenheden wel zeer laag-bij-de-gronds toe. Maar er waren toch ook vele café-chantants en variétés waar wat behoorlijks werd geboden. Marie van Westerhoven, die tot op zeer hoge leeftijd een beminde en gevierde toneelspeelster bleef, trad omstreeks de eeuwwisseling op in de Salon des Variétés. En de populariteit van Piet Kohier begon in Grand Théâtre* in de Amstelstraat, dat eveneens een vermaakscentrum was. Julia Cuypers, bekend als Vlaamse toneelspeelster van oudere rollen, begon in de Paardenstraat bij de gebroeders Van Lier*.

Populair waren ook de heren Zwaaf en Soesman, die op de hoek van de Jan Steenstraat en het Sarphatipark enige jaren hun "Variété" hadden. In gebouw Arena aan de Hobbemakade werden, behalve variétévoorstellingen, ook circusopvoeringen gegeven door het vermaarde circus Renz, dat met zijn ongekend mooie balletten de Amsterdammers in verrukking bracht. Nap de la Mar trad met groot succes op in Tivoli*, in de Nes. Barend Barendse was een van de populairste figuren in de stad gedurende de tijd dat hij in het Paleis voor Volksvlijt* speelde, vooral in pompeuze toneelwerken, die buitengewoon rijk gemonteerd werden en dikwijls een revuekarakter hadden. Een belangrijk man in het variétéleven was Frits van Haarlem, die een poging deed om de kleinkunst op hoger peil te brengen. Omstreeks 1900 leidde hij enige tijd het theater Carré*.

Na de Eerste Wereldoorlog is het variété eigenlijk nooit meer geworden, wat het daarvoor was. In de Nes en de Warmoesstraat zijn de etablissementen verdwenen. Ook in de buitenwijken konden zij zich niet staande houden, zoals bijvoorbeeld in de De Clerqstraat, waar het joodse cabaret Lila Lo tot in de jaren zeventig voorstellingen gaf. Toen de bioscoop veld won en populair werd onder grote groepen van de bevolking, was het met het variété en het café-chantant gedaan. Ook het cabaret heeft in de jaren na 1940 vrij veel opgang gemaakt.

Lit. J.E. van de Kamp, Mens, durf te leven, 1978; T.K. Looyen, Een geschiedenis van de Amsterdamse theaters, 1981.