XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Uitbreidingsplan, Algemeen

betekenis & definitie

Uitbreidingsplan, Algemeen - In 1924 schreef ir. A. Keppler*, toenmalig directeur van de Gemeentelijke Woningdienst*, het boekje "Amsterdam, Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting". Het werd uitgegeven ter gelegenheid van het Internationaal Congres voor Stede bouw en Volkshuisvesting in A. Daar werd voor het eerst een "streekplan" bestudeerd. Ir.

S.J. van Embden schreef in 1932 op verzoek van de groep Groot Amsterdam een studie "Amsterdams toekomstige gedaante", waarin ideeën werden aangegeven hoe de stad zich diende te ontwikkelen. Op 18 juli 1935 stelde de gemeenteraad het Algemeen Uitbreidingsplan vast. Dit plan werd op aandrang van Gedeputeerde Staten en de Kroon herzien en op 2 mrt. 1938 stelde de raad een nieuw ontwerp vast, waarin met de ingebrachte bezwaren rekening werd gehouden. De vaststelling van dit Algemeen Uitbreidingsplan betekende, dat voor de derde maal in de geschiedenis van A. op systematische wijze zijn toekomstige groei in grote lijnen werd bepaald. Dit plan werd ook internationaal goed beoordeeld. Nog in 1946 zei de Engelse minister voor stedenbouw, Lewis Silkin, op het eerste internationale congres voor Volkshuisvesting te Hastings: "Dat wij hier in Engeland na de oorlog zo snel tot wederopbouw van onze zwaar getroffen steden konden overgaan, is te danken aan de wetenschappelijke arbeid door de stad Amsterdam op het terrein van de stedebouw, lang vóór de Tweede Wereldoorlog, verricht." Er was ook kritiek. In 1945 kritiseerde de architect K.L. Sijmons het rationalisme dat zijns inziens het Algemeen Uitbreidingsplan 1935 beheerste.

Samen met de architecten S. van Woerden, Arthur Staal*, P. Zanstra en J.H. Giesen stelde hij het Plan-1945 op. Ir. S.J. van Linden weersprak deze kritiek en schreef (in Bouw, 6 aug. 1949) dat de samenstellers van dit plan over het hoofd hebben gezien dat in de huidige tijd de stad allang geen "totale gemeenschap" meer is. Hij wees erop dat het gehele westen van ons land bezig is aaneen te groeien tot één samenhangend stadsgewest. Ondanks de kritiek zou het Algemeen Uitbreidingsplan, zij het met zeer veel aanpassingen, de stadsontwikkeling een halve eeuw lang sterk beïnvloeden.

LIT. Vincent van Rossum, Het A.U.P. van A., geschiedenis en ontwerp, 1994, 248-249; Egbert Ottens, 75 jaar volkshuisvesting in Amsterdam 1, 2 en 3, O.A. 1990, 226 en 282 en 1991, 24; Richter Roegholt, Het AUP, Spiegel Historiael, febr. 2000.