XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Twentsche Bank

betekenis & definitie

Twentsche Bank - In 1858 vestigde B.W. Blijdenstein jr. zich in Londen als bankier om de financiering voor de in- en exporten voor Twente te verzorgen. Door de toegenomen export naar Nederlands-lndië was ook een vertegenwoordiging in A. nodig. In 1861 werd door een aantal fabrikanten de Twentsche Bankvereniging opgericht aan het Rokin E 105, bij de Taksteeg. Dit gebouw was na tien jaar te klein en er werd een nieuw pand gekocht, Rokin 62, waar men echter ook met gebrek aan ruimte te kampen kreeg.

Er werd een aantal percelen aan de Spuistraat gekocht, die afgebroken werden om plaats te maken voor een geheel nieuwe vestiging. Architect W.A. Froger* kreeg de opdracht en in 1874 werd het gebouw geopend. In de jaren 1897-1898 vond onder leiding van architect A.L. van Gendt* een uitbreiding plaats en in de jaren 1899-1901 zetten J. en C. Verheul tussen Twentsche Bank en Raadhuisstraat in opdracht van de Rotterdamsche Verzekeringssociëteit (de R.V.S.) het zogenaamde Witte Huis* neer, een sprekend voorbeeld van art nouveau* in A. De Twentsche Bank nam dit gebouw later over. De laatste uitbreiding vond plaats in 1920 onder leiding van de architecten A.D.N. en J.G. van Gendt*. Nadat in 1964 een fusie was aangegaan met de Nederlandsche Handelsmaatschappij tot Algemene Bank Nederland (ABN) werd in 1979 besloten, het voormalige Twentsche Bankgebouw te slopen. Door deze sloop ontstond een gat tussen Spuistraat en Singel, waar in 1981 door de Aldo van Eyck* en Theo Bosch* een nieuw gebouw werd neergezet. Deze schepping verschaft met het Witte Huis onderdak aan verschillende instituten van de Letterenfaculteit* van de Universiteit van Amsterdam*.

Lit. ]. Wagener, Waar de Universiteit bouwt - van drie kanten bekeken, O.A. 1980, 165.