XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Quotisatie, Personele

betekenis & definitie

Quotisatie, Personele - Personele Quotisatie, van 1742. De Oostenrijke Successie-Oorlog (1740-1748) bracht voor de Republiek der Verenigde Nederlanden de verplichting, haar defensieuitgaven drastisch te verhogen. Het gewest Holland moest daartoe een lening opnemen van drie miljoen gulden. Om de aflossing en de rentebetaling op te brengen werd door de Staten aan de ingezetenen, die een jaarinkomen van ƒ 600 of meer hadden, een persoonlijke schatting opgelegd. Deze bracht in A. in 1742 ƒ406.084 op en in 1744 ƒ455.542.

De speciale belasting werd tot 1753 geïnd. De heffing van 1742 neemt in de Amsterdamse geschiedschrijving een belangrijke plaats in, omdat het ervoor opgemaakte kohier in 1945 door mr W.F.H. Oldewelt als uitgave van het Genootschap Amstelodamum in twee delen is gepubliceerd. Het is een belangrijke bron over de economische, sociale en demografische situatie in de stad in het midden van de 18de eeuw. Men vindt in de inleiding onder meer de verdeling van de 12.655 aangeslagenen over de inkomensklassen, de 102 hoogst aangeslagenen en hun verspreiding over de stad, overzichten van de beroepen van alle aangeslagenen en een alfabetische lijst van hun namen. Daarna volgt de integrale tekst van het kohier.