XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Pampus

betekenis & definitie

Pampus - In 1991 werd Pampus, het forteiland in het IJ, opengesteld voor het publiek. "Voor Pampus liggen" kon toen eindelijk worden ingeruild voor "op Pampus liggen". Het bijna tachtig vertrekken tellende fort is een attractie, vooral voor de hoofdstedelingen, voor wie Pampus altijd iets geheimzinnigs heeft gehad. Deze ondiepte in het IJsselmeer is eeuwenlang een sta-in-de-weg geweest voor de scheepvaart. Al in 1531 werd door Karei V een decreet uitgevaardigd, waarin stond dat "geen schipper ballast zal schieten op het Pamp- huys". Met allerlei hulpmiddelen trachtte men over het zand heen te komen, totdat in 1691 door Meeuwis Meindertsz.

Bakker de zogenoemde scheepskamelen* werden uitgevonden. Dit waren drijvende dokken, die door kleinere schepen (meestal uit Marken) over de ondiepte werden getrokken. Pampus, Pamphuis of Pomphuis zou zijn naam ontlenen aan de plaats waar de waterpompen werden bewaard. Zo'n pomphuis heeft echter nooit bestaan, want de uitvinding van het leegpompen van scheepskamelen viel ongeveer anderhalve eeuw later dan de vroegste vermelding van Pampus. De naam Pampus komt langs de kusten van Noord-Duitsland en Scandinavië voor. Een vergelijking van al deze pampussen maakt het mogelijk een andere verklaring van de naam te geven. Het blijkt dat Pampus terug kan gaan op een woord pampus dat oorspronkelijk brijachtige of gezwollen massa betekende. Hoe het ook zij, op de plek waar de bemanningen van zwaar beladen koopvaarders in de 17de en 18de eeuw voor Pampus lagen, verdwenen in 1873 4.000 heipalen in de grond voor de bouw van het fort, dat de verdediging van A. moest dienen. Pampus ging deel uitmaken van de Stelling Amsterdam*, een 135 km lange ring van forten rondom de hoofdstad. Het fort was vlak voor de eeuwwisseling klaar.

De 200 man van het vierde garnizoen, die het fort moesten verdedigen tegen vreemde indringers, beschikten over twee dubbelloops geschutskoepels met kanonnen van de Duitse merken Krupp en Cruson. Dat alles tegen vijanden die niet kwamen opdagen. Toen zij wél kwamen, in 1940, waren de fortwachters allang verdwenen. De Duitsers bliezen de twee geschutskoepels op en zonden de kanonnen naar Duitsland om de eigen oorlogsmachinerie op gang te houden. Pampus werd daarna aan de elementen overgeleverd. Toen in 1952 bij Koninklijk Besluit de fortificatie Pampus officieel werd opgeheven, kwamen de plannen los wat er met deze steenklomp moest gebeuren. Een alpinistenvereniging wilde er een oefenplaats voor bergbeklimmers van maken en een studentenclub wilde er de huisvestingsproblemen mee oplossen.

Pampus bleef echter een prooi van regen en wind, totdat zeven inwoners van Muiden en Muiderberg in 1986 de Stichting Pampus oprichtten. In 1990 kocht de stichting voor ƒ 50.000 Pampus van het rijk, op voorwaarde dat de stichting het oude eiland toegankelijk zou maken voor het publiek. Op zondag 9 juni 1991 ging Pampus open voor het publiek en onder leiding van de beheerder Jan Broekhof en zijn collega's maakten de eerste enthousiastelingen een tocht over dit eens verlaten eiland. De staat van het fort is niet best. Muren zijn gescheurd, stenen vallen en vocht is een geduchte vijand. Om Pampus aantrekkelijk te houden voor toeristen zijn verdere investeringen nodig.

LIT. T.S. Jansma, Pampus, M.A. 1966, 73; H.J.M. Roetemeijer, Pampus, O.A. 1976, 282; Rob Rentenaar, Bantam en Pampus, O.A. 1986, 250; C. Pfeiffer, Pampus, dwarsligger en forteiland, O.A. 1990, 217; J.D. van der Tuin, De natuurlijke naamsverklaring van Pampus, M.A. 1994, 161; Graddy Boven, Scheepskamelen voor Pampus, O.A. 1995, 80.