Palengordel - Een dubbele palenrij heeft tot 1863 in het IJ ter verdediging van de stad gediend. Dit paalwerk werd ook wel "de Laag" genoemd. Het was op bepaalde afstanden door openingen onderbroken, die groot genoeg waren om schepen met weinig diepgang, die bij de stad konden komen, door te laten, 's Nachts en bij ontij werden de slagbomen ter afsluiting over de openingen geschoven.
Zowel deze slagbomen als de openingen werden de bomen genoemd. Voor het sluiten van de bomen 's avonds werd de boomklok* geluid, ten teken dat er geen schip meer kon worden toegelaten. Bij de bomen bevonden zich kleine wachthuisjes, waarin de wakers, de zogenaamde "waalredders", 's nachts hun heldere kleine klokjes als teken van hun waakzaamheid lieten klinken.
