XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Noord

betekenis & definitie

Noord is een stadsdeel met ruim 80.000 inwoners. Aan de noordkant van het IJ heeft dit gebied een eigen ontwikkeling doorgemaakt. Sinds de Middeleeuwen moest de Waterlandse Zeedijk* bescherming bieden tegen het water van het IJ, dat in open verbinding stond met de Zuiderzee. Aan de Waterlandse Zeedijk lagen de dorpen Buiksloot*, Nieuwendam*, Schellingwoude* en Durgerdam*. Contacten met A. waren er doordat de Waterlandse dorpen de stad van zuivelproducten voorzagen.

Het Buiksloterveer (zie: IJ-ponten) was een belangrijke schakel voor het verkeer van en naar Noord-Holland en het Tolhuis* was vooral in de vorige eeuw een geliefde uitspanning. Na de aanleg van het Noord-Hollandsch Kanaal* in 1824 beleefde het dorp Buiksloot een enorme economische bloei. Deze nam af na de aanleg van het Noordzeekanaal* (1874). Toen werden ook de Oranjesluizen* aangelegd en werd het IJ afgesloten van de Zuiderzee, waardoor de Waterlandse Zeedijk haar functie verloor. Afgezien van de economische banden bestond het contact van A. met Waterland eeuwenlang uitsluitend uit het recht om op de Volewijck*, een landtong in het IJ, een galgenveld te hebben. Met de inpoldering van de Buiksloterham* in 1850 en later de Nieuwendammerham kreeg A. ook daadwerkelijk grondgebied aan de noordzijde van het IJ. Vanaf 1903 bedacht de gemeente allerlei uitbreidingsplannen. Het lag voor de hand dit gebied, zo gunstig aan het IJ gelegen, voor industrie te bestemmen. Maar onder andere de oeververbinding vormde een obstakel. Als gevolg van de toenemende woningnood in de binnenstad heeft de gemeente in het kader van de Woningwet (1902) hier veel sociale woningbouw gepleegd.

Wethouder Wibaut* heeft een aantal nooddorpen, zoals Disteldorp* en Vogeldorp, laten bouwen, die vanwege hun karakteristieke architectuur nog steeds behouden zijn. Na de annexatie* van de Waterlandse dorpen door A. in 1921, zijn er onder invloed van de tuinstadgedachte door de Gemeentelijke Woningdienst een aantal bijzondere tuindorpen gebouwd: Tuindorp Oostzaan* vanaf 1921, Tuindorp Nieuwendam vanaf 1924, Tuindorp Buiksloterham (Floradorp) vanaf 1927 en Tuindorp Buiksloot (ook wel Blauw Zand* genoemd) vanaf 1930. Daarnaast hebben woningbouwverenigingen veel woningen in laagbouwbuurten gebouwd. Te midden van de Waterlandse dorpen ontstonden zo tuindorpen met sociale woningbouw. Een aantal daarvan is intussen tot beschermd stadsgezicht verklaard. Na aanvaarding van het gewijzigde uitbreidingsplan van 1958 ontstond in de jaren zestig een nieuwe bouwgolf, maar nu van (semi-)hoogbouw: Nieuwendam, Banne Buiksloot*, Buikslotermeer, met onder andere het "Plan van Gooi", en Molenwijk*. Vanaf het begin van de 20ste eeuw kwamen in Noord een aantal industrieën, zoals Ketjen, Draka*, Kromhout-motorenfabriek*, Hollandia-Kattenburg, Van Leer en Shell. Vooral de scheepsbouw, de ADM* en NDM (later NDSM*), is belangrijk geweest voor de werkgelegenheid in dit stadsdeel. Toen in de jaren tachtig in korte tijd de scheepswerven moesten sluiten, verdween daarmee veel werkgelegenheid. Op enkele leeggekomen terreinen werden woningen gebouwd.

Zo ontwierp Rem Koolhaas op het voormalige ADM-terrein sociale woningbouw: "het IJ-plein"*. Van oudsher is de oeververbinding van Noord met de rest van de stad een probleem geweest. Eeuwenlang vormden ponten de enige verbinding. Door de aanleg van de Schellingwouderbrug (1957), de Coentunnel (1966), de IJtunnel (1968) en de Zeeburgertunnel en door de voltooiing van de ringweg (1990) werd Noord uit zijn isolement verlost. Het is sinds 1981 een zelfstandig functionerend stadsdeel, met veel faciliteiten voor zijn bewoners. In het hart ligt een groot winkelcentrum, het Buikslotermeerplein. Kleinere winkelcentra zijn het Waterlandplein, De Banne, De Wieken en het Purmerplein. In het Vliegenbos* ligt een camping. De dorpen Durgerdam, Holysloot en Ransdorp zijn beschermde dorpsgezichten.

LIT. Prof. C. van Eesteren, Noord, O.A. 1958, 300; C.G. Luttke, Zand in Noord, O.A. 1960, 354; mej. ir J.H. Mulder, Noord groeit, O.A. 1962, 279; dr L. Jansen, De geschiedenis van Amsterdam-Noord, O.A. 1962, 354; Henk van Noord, Buurtpraat, O.A. 1972, 11, 74, 118, 146, 180, 208, 238, 316, 350 en 1973, 24, 153 en 218; J.H. Göbel, Het Amsterdam uit mijn jonge jaren, van Zuid tot Buiksloot, O.A. 1973, 276; J.H. Kruizinga, Amsterdam, stad der duizend bruggen, 1973, 19, 52, 72, 180, 182 en 191; R. Blijstra, Amsterdam Noord, O.A. 1977, 181 en 220; id., Noord langs het Noordhollandsch Kanaal, O.A. 1980, 90; id., Noord in de oorlog, O.A. 1986, 335.