XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Maandag, Jack

betekenis & definitie

Maandag, Jack - Jack Maandag (1898-1977), tot 1965 bezitter van het autokerkhof op Waterlooplein 98. Zijn vader begon in 1900 de eerste sloperij aan de Lange Houtstraat. Zoon Jack begon in 1922 voor zichzelf in de Peperstraat, in 1925 op het Waterlooplein.

Zijn briefhoofd luidde: "Bij mij rust het stoflijk overschot; Van het duurste merk tot blikken vod; De tijd, die haast met alles spot; Maakt de soliedste car kapot; Uw wagen wacht hetzelfde lot; Dan doet Jack Maandag u een bod; Hij is de auto Magere Hein; 98 Waterlooplein". Jack Maandag maakte gedichten en tapte moppen aan de lopende band. Toen hij voor de zoveelste keer moest verhuizen, ditmaal voor de aanleg van de metro* en het stadhuis* noemde hij zijn laatste stek (Waterlooplein 81) Jack Maandagplein.