XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Jacob, Sint

betekenis & definitie

Jacob, Sint - Sint Jacob verpleegtehuis aan de Plantage Middenlaan 52. Omstreeks 1850 was in A. grote behoefte aan een tehuis voor ouden van dagen. De Nederlands-hervormden konden sinds 1683 terecht in Amstelhof* en de luthersen vonden in 1772 een onderkomen in het Diaconiehuis aan de Nieuwe Keizersgracht. Het eerste katholieke tehuis was het R.K. Burgeroudemannenhuis Brentano, dat in 1825 aan Herengracht 595 werd opengesteld.

Armlastige katholieken waren sedert 1854 uitsluitend aangewezen op een geringe ondersteuning van het R.C. Oude Armenkantoor aan Keizersgracht 384. Bij deze instelling verlangde men al jaren naar een behoorlijk onderkomen voor ouden van dagen in het oosten van de stad. De gelegenheid deed zich voor, toen op 3 nov. 1858 de ongehuwde notabele katholieke A'dammer mr J.L.D. Emmanuel baron van Brienen op 28-jarige leeftijd te Brussel overleed. Hij had bij testament bepaald dat na zijn dood ƒ 250.000 geschonken moest worden aan het R.C. Oude Armenkantoor voor de bouw van een r.-k. Oude Vrouwen of Oude Vrouwen- en Mannenhuis te Amsterdam. De eerste tijd werd aan deze schenking geen ruchtbaarheid gegeven om prijsopdrijving van het beoogde bouwterrein te voorkomen. In 1860 kochten regenten van het Oude Armenkantoor de herberg "De Franse Tuin" met het daarbij behorende koffiehuis in de Plantage.

Na aftrek van de opbrengst van de gesloopte opstallen was met de aankoop van deze percelen ruim ƒ 40.000 gemoeid. Men beschikte toen over een vierkant terrein tussen de Nieuwe Prinsengracht en de Lepellaan. Er werd een prijsvraag uitgeschreven voor de bouw van een gesticht voor 400 oude lieden. Van de zeven architecten die een ontwerp inzonden, werd dat van W.J.J. Offenberg door deskundigen en de bisschop van Haarlem goedgekeurd. Op 9 apr. 1863 werd in Diligentia in de Kalverstraat de aanbesteding gehouden. Van de zestien inschrijvingen werd die van Cornelis Boef, aannemer in Rotterdam (ƒ 397.600), aangenomen. De eerste paal (van de 2.500) ging op 3 sept. 1863 de grond in en een jaar later ging, na het stellen van de laatste kapbint, de vlag in top. Het werk werd op 1 okt. 1865 opgeleverd en na de binnenafwerking konden de eerste bewoners - acht vrouwen en vijf mannen - in de zomer van 1866 welkom worden geheten. Op 20 juni van dat jaar vond de officiële opening plaats: de inzegening werd verricht door de bisschop van Haarlem, mgr C.P.

Wilmer. De rector van het Begijnhof*, pastoor J.A. van den Akker, hield de feestrede. Vele kerkelijke en burgerlijke autoriteiten waren bij de openingsplechtigheid aanwezig. Er verscheen een gedenkpenning, vervaardigd door J. Elion, die aan de voorzijde de voorgevel van het gebouw (met onderschrift "Plechtig geopend 20 juni 1866: W.J. Offenberg architect") en op de keerzijde de beeldengroep, die was geplaatst boven de hoofdingang, laat zien. De beeldengroep stelt Sint Jacob voor, aan wiens voeten een oude vrouw en man gezeten zijn met daaronder de tekst: "Zalig zijn de barmhartigen want zij zullen barmhartigheid verwerven". Nu, na restauratie door F.J. Tjebbes, markeert zij de entree. Het beeld van de apostel werd door Louis Royer* (de vervaardiger van Rembrandts standbeeld) gemaakt en de beide andere figuren zijn van Frans Stracké (1817-1891).

Reeds in 1881 moesten twee zijvleugels worden aangebouwd en in 1911 werd het Sint Barbarahof erbij gevoegd. In 1966 werd de kapel gemoderniseerd en kwam er een liturgisch centrum. Het Andreashuis aan de Plantage Lepellaan werd in 1973 als nieuwe vleugel geopend. De volgende bouwfase werd afgerond met het in nov. 1976 geopende Barbarahuis aan de Plantage Westermanlaan, geheel het spiegelbeeld van de Lepellaanvleugel, op de plaats van de afgebroken Barbarahof. De laatste fase omvatte de inrichting van het moedergebouw als verpleeghuis, terwijl de Andreas- en Barbaravleugels verzorgingshuis werden. Reeds in 1981 bestonden er plannen om Sint Jacob vanwege de slechte funderingsstaat af te breken. Hiertegen rezen tal van bezwaren, maar uiteindelijk bleek herbouw voordeliger te zijn dan restauratie.

Nadat aanvankelijk slechts het binnenwerk tegen de grond ging, werd in juli 1983 ook de monumentale gevel (105 meter lang) gesloopt, waardoor het nieuwe gebouw een aanslag werd op de 19de-eeuwse gevelwand van de Plantage Middenlaan. Begin 1984 begon de herbouw en in 1986 was dit karwei gereed. Architect was F.L. Boogers, de uitvoering berustte bij Nelissen van Egteren Bouwgroep BV. De totale bouwkosten bedroegen ƒ 25 miljoen. Voor dat bedrag kreeg Sint Jacob een nieuw gebouw, bestemd voor 180 gasten.