XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

IJ-ponten

betekenis & definitie

IJ-ponten - Over het IJ* hebben, sinds A. van enige betekenis werd, schuitjes gevaren. Lang voordat A.-Noord* industriegebied en drukke woonwijk was, had de stad vele relaties in het noorden: boeren uit Waterland*, handelaars uit Hoorn en Edam en wildboeren uit het plassengebied rond de Purmer kwamen naar de stad en gingen dan met veerbootjes, toen nog roeiboten, het IJ over. In de 17de en 18de eeuw waren deze veerlieden, de zogenoemde Buiksloter veerschippers, door burgemeesters aangesteld. In 1829 werd de eerste stoomraderboot voor de verbinding met Buiksloot* in gebruik genomen. In 1839 waren er al twee stoomboten.

In dat jaar kwamen de ingenieurs Kater en Brade met het plan een stenen brug te bouwen van de Haringpakkerij (zie: Prins Hendrikkade) naar het Tolhuis*. Deze brug zou hoog genoeg worden voor het scheepvaartverkeer. Brade maakte later nog een plan voor een dubbele kettingbrug met zes verbindingen, later nog een en tevens een tunnelplan. Ook ir. Conrad maakte een plan voor een IJ-brug en Kater kwam met een tweede plan. Daarna zijn er vele plannen zowel voor tunnels als voor bruggen gevolgd, maar de verbinding bleef voorlopig gehandhaafd met boten. In 1878 werd , in plaats van een houten raderboot, een kettingveerboot - de kettingpont* - in gebruik genomen. In 1881 werd aan de N.V. De Havenstoombootdienst de exploitatie van de oeververbinding opgedragen en in 1897 nam de gemeente deze in eigen beheer.

Sindsdien is het aantal verbindingen over het IJ steeds toegenomen en zijn de ponten regelmatig vernieuwd. Hoe onontbeerlijk zij waren, bleek in 1944, toen wegens kolengebrek de pontveren enige dagen moesten stilliggen. Men heeft alle ponten achter elkaar gelegd tot een vaste brug over het IJ met een verlegbaar middenstuk. De verendienst van de gemeente is in 1943 met de Gemeentetram verenigd in het Gemeentevervoerbedrijf*. In verband met de bouw van de IJ-tunnel* werd de Valkenwegpont* die uit 1928 dateert, in 1961 verplaatst naar de Adelaarswegsteiger. Zij heet sindsdien Adelaarswegpont. Er zijn nu nog drie ponten over het IJ: de Buiksloterwegpont, de Distelwegpont en de Adelaarswegpont (IJveer 32/33). Verder zijn er nog de volgende veerdiensten in en rond A.: de Hempont bij Zaandam, het tijdelijke Javaveer/IJveer 35 van CS naar het Jave-eiland (-Noord) en de Fast Flying Ferry naar Velsen-Zuid.

LIT. J. Wagener, Tussen Centraalstation en molen De Gooijer I, O.A. 1986, 343; id., II, O.A. 1987, 2; E. Weber & Peter-Paul de Baar, Heen en weer O.A. 1990, 326; Guido Hoogewoud, Een IJbrug uit 1880, O.A. 1992, 55; Marlies Rekkers, Heen en weer in Amsterdam, O.A, 2001, 147.