XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Halsgevels

betekenis & definitie

Halsgevels - In de ontwikkelingsgeschiedenis van de gevels* is de halsgevel dé typisch A'damse gevel geworden. Men mag de halsgevel beschouwen als een geëvolueerde trapgevel*. Men ging deze al spoedig versieren met vullingen in de binnenhoeken van de trappen, de zogenoemde klauwstukken, die vaak rijk gebeeldhouwd werden. Opvallende toepassingen hiervan zijn aan het Wijnkopersgildehuis* (Koestraat) en aan de gevel Herengracht 38. In de volgende stap in de ontwikkeling werden de bovenste twee trappen van één groot klauwstuk voorzien.

Dat is de verhoogde halsgevel, te zien aan Philips Vingboons'* huis Oude Turfmarkt 145, gebouwd in 1641, en aan het huis Herengracht 59 uit 1657, thans eigendom van de Vereniging "Hendrick de Keyser"*. Langzamerhand werden de klauwstukken nog rijker geornamenteerd en begonnen zij onderaan, waardoor het echte type halsgevel ontstond. Goede voorbeelden hiervan zijn Leidsegracht 8 (een vroeg type), Prinsenstraat 12 (de enige halsgevel met een zeer late vormgeving, namelijk Lodewijk XVI-stijl van omstreeks 1780) en de rij Herengracht nrs. 364-370, eveneens van Vingboons. Maar wie rondkijkt, kan overal in de oude stad de halsgevel nog vinden.

LIT. A.A. Kok, Amsterdamsche woonhuizen, 3de druk 1943; J.H. Kruizinga, Ornamenten van huis en hof, deel I, 1963; H.J. Zantkuijl, Bouwen in Amsterdam, 1993.