XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Haarlemmermeerspoorweg

betekenis & definitie

Haarlemmermeerspoorweg - Toen omstreeks 1850 de Haarlemmermeerpolder tot bloei begon te komen, werd het noodzaak dit vruchtbare gebied door spoorwegen met de buitenwereld te verbinden. Reeds in 1862 had burgemeester Amersfoort daarop sterk aangedrongen. Het duurde echter tot 1898 eer de directie van de Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij (H.E.S.M.) in samenwerking met de directie van de H.IJ.S.M*. ertoe overging de spoorverbindingen Haarlem-Hoofddorp-Aalsmeer en Haarlem-Leiden aan te leggen. Het werd 1912 eer het lijntje liep, in 1914 uitgebreid met Aalsmeer-Uithoorn, in 1915 met A.-Aalsmeer, A.-Uithoorn, Uithoorn-Alphen aan de Rijn, Uithoorn-Nieuwersluis en in 1918 met Nieuwveen-Ter Aar. In 1915 kwam het Haarlemmermeerstation gereed.

Dit station, ontworpen door architect K.P.C. de Bazel*, heette oorspronkelijk Station Amsterdam-Willemspark. De H.E.S.M. heeft jarenlang met grote moeilijkheden te kampen gehad. De inkomsten van de lijn zijn vanaf het begin zeer slecht geweest. Vooral aan de

H.IJ.S.M. waren de schulden hoog. In 1936 werd de H.E.S.M. geliquideerd en nam de H.lJ.S.M. de exploitatie van de lijnen A.-Aalsmeer en A.-Uithoorn-Nieuwersluis over. De andere lijnen vervielen. In 1950 verdwenen ook deze laatste overgebleven lijnen en kwam er een einde aan dit kleine spoorwegbedrijf. In 1981 kwam het Haarlemmermeerstation na 30 jaar weer in gebruik: voor reizigers die gebruikmaken van de wagens uit het Rijdende Elektrische Trammuseum*.

LIT. A. W. de Jonge, De Haarlemmermeerspoorlijnen in oude ansichten, 1982; C.A. Russen, Sporen door de Haarlemmermeer, 1984; J.L.J. Meiners, Railverkeer naar Amstelveen en Diemen, O.A. 1990, 304.