XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Haarlemmer Houttuinen

betekenis & definitie

Haarlemmer Houttuinen - Hier mochten de houthandelaars vroeger hun waren opstapelen. In 1612 werd dit stuk, dat evenwijdig lag aan de Haarlemmerdijk*, voor dit doel aangewezen. De bebouwing was toen slechts aan één zijde. Bij de aanleg van de Westerdoksdijk in 1834 en nog later bij de aanleg van de stationseilanden werd de waterzijde bebouwd. De Houttuinen werd een naargeestige straat, die een zekere beruchtheid genoot, doordat de achterkanten van de oude, vervallen huizen de eerste begroeting vormden van reizigers die per trein uit de richting Haarlem de stad binnenreden.

In de "Nota Binnenstad" (1955) was reeds een verkeersweg Prins Hendrikkade-Nassauplein opgenomen. De "Doorbraak Haarlemmer Houttuinen" begon in 1969 en was in 1973 voltooid. 700 woningen werden afgebroken; er kwamen er 350 terug. De Haarlemmerbuurt werd gehalveerd en de Haarlemmerdijk ontlast. Er kwam een 27 meter brede verkeersweg. Brug no. 95 over de Korte Prinsengracht werd tot 20 meter verbreed en kwam in 1972 gereed. Hoewel er meteen een trambaan werd aangelegd, heeft er nog geen tram gereden.

LIT. Doorbraak Haarlemmer Houttuinen, O.A. 1966, 276; L. van Genderen, De Haarlemmer Houttuinen, O.A. 1969, 202; O.W. Boers, De Haarlemmer Houttuinen, O.A. 1970, 194; J. Wagener, Haarlemmer Houttuinen: nieuw wonen, O.A. 1982, 296; Flip ten Cate, Nieuwbouw in de oude stad, O.A. 1990, 92; De Haarlemmer Houttuinen, O.A. 1993, 20; Daniël Mulder, Haarlemmerbuurt en Westelijke Eilanden, 1998.