XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Begraafplaatsen

betekenis & definitie

Begraafplaatsen - Reeds in de Middeleeuwen werden de welgestelden in de kerken begraven, de minder gegoeden op de kerkhoven daaromheen en de zelfmoordenaars e.d. op het "ellendigenkerkhof", een afgeschoten hoekje van de begraafplaats om de kerk. Aan de doods-emblemen op het poortje van de Westerkerk* aan de Keizersgrachtzijde is nog te zien dat daar een kerkhof gelegen heeft. Ook de kloosterkapellen en de stille kloosterhoven waren voor het begraven de bij uitstek gezochte oorden. Hierin brachten de Hervorming en de andere bestemmingen die toen aan de kloosters gegeven werden evenwel geen verandering. Alleen de tuin van het voormalige Karthuizerklooster* werd in 1602 tot kerkhof ingericht.

Met de grote toename van de bevolking in de 17de eeuw werd ook de behoefte aan begraafplaatsen groter. Deze stichtte men bij voorkeur aan de bolwerken*, dus buiten de stad. Zo werd in 1655 het Noorderkerkhof* verplaatst naar het bolwerk Haarlem (tegenwoordig Eerste Marnixplantsoen bij de Rotterdammerbrug*) en het Westerkerkhof naar het bolwerk Rijkeroord*, bij de voormalige Raampoort* en daarom ook het Raamkerkhof genoemd. Het bleef tot 1866 in gebruik. Andere kerkhoven waren het Leidse, het in zijn tijd meest bekende, op de plek waar nu het plein ligt van de Openbare Handelsschool, het Sint Antonieskerkhof*, behorende bij de Zuiderkerk* en dus binnen de stad gelegen, met het mooie poortje aan de Sint Antoniesbreestraat (dat in 1942 afgebroken en in 1985 werd herbouwd) en het Sint Pieterskerkhof, bij het tegenwoordige Funen* gelegen, dat eigenlijk het stads- of armenkerkhof was en tot 1863 nog in gebruik is geweest. In 1865 werd het verboden om in de kerken en binnen de bebouwde kom van de gemeente te begraven. Reeds in de Franse tijd was om gezondheidsredenen dit verbod uitgevaardigd, maar later weer herroepen. Op 1 jan. 1866 werd het nu doorgevoerd en werden de oude begraafplaatsen gesloten. Op diezelfde datum werd de Oosterbegraafplaats* geopend, waarvan een gedeelte lag achter het Instituut voor de Tropen*. De Oosterbegraafplaats werd in 1894 gesloten.

Met het ruimen van de graven werd op 9 dec. 1912 een begin gemaakt. De laatste graven werden in 1956 geruimd. Tot de sluiting in 1894 waren hier 108.061 mensen begraven. Op 1 jan. 1860 was reeds de Westerbegraafplaats geopend, die in 1924 gedeeltelijk en in 1956 geheel is geruimd. Deze was gelegen bij de Houtmankade, ter hoogte van de Westzaanstraat. De Westerbegraafplaats is in de plaats gekomen van het terzelfder tijd gesloten Karthuizerkerkhof. Beide, Ooster- en Westerbegraafplaats, werden van gemeentewege beheerd. Op 1 mei 1894 werd de Nieuwe Oosterbegraafplaats*, die in 1993 een crematorium kreeg, in gebruik genomen, nadat de gemeente in 1887 al de nodige terreinen daarvoor had aangekocht. De Nieuwe Westerbegraafplaats aan de Hemweg is weinig of niet in gebruik geweest. In A.-Noord kwam de Noorderbegraafplaats aan de Buikslotermeerdijk 83.

In de toekomst hoopt men daar ook een crematorium te bouwen. Andere begraafplaatsen zijn "Zorgvlied"* aan de Amstel en "Vredenhof"* aan de Haarlemmerweg. De katholieke begraafplaatsen liggen aan de Fred. Roeskestraat, de "Buitenveldert"*, en aan de Spaarndammerdijk, de "Sint Barbara''*. Het oude r.k. kerkhof "De Liefde"*, bij het tegenwoordige Bilderdijkpark*, is in 1911 gesloten. De Nederlands-lsraëlitische gemeente heeft thans haar begraafplaats te Diemen. De oude begraafplaats bij het tegenwoordige Flevopark was sedert 1914 niet meer in gebruik en werd later voor een deel geruimd ten behoeve van de aanleg van de toegangsweg naar de Schellingwouderbrug*.

De stoffelijke resten zijn opgegraven en naar de Israëlitische begraafplaats in Diemen vervoerd. De nieuwste begraafplaats van A. is Westgaarde*, Ookmeerweg 275, waar ook een crematorium is gevestigd. In mei 1971 werd deze laatste rustplaats geopend; het crematorium werd ontworpen door architect G.F. Laarhoven. Als eerste in Nederland heeft de gemeente A. op Westgaarde een deel van het terrein bestemd als begraafplaats voor islamieten. Aparte vermelding verdient "Huis te Vraag"*.

LIT. Dr. I.H. van Eeghen. Bijzonderheden over het begraven in Amsterdam, M.A. apr. 1950, 51; J.H. Kruizinga, De oude Ooster wordt ontruimd, O.A. 1956, 12; J.P.S. Allebrandi, Begrafenissen in Amsterdam, O.A.1961, 342; G.J. Bruijns, De nieuwe begraafplaats "Westerhof" in de Lutkemeerpolder, O.A. 1965, 109; J.H. Kruizinga, 350 jaar Watergraafsmeer, 1979; Meindert Stokroos, Begraafplaatsen en kerkhoven, een veelsoortig belang, Heemschut 1994, 22.