Gepubliceerd op 18-08-2020

Wandluis

betekenis & definitie

Weegluis, bedwants (weeg beteekent houten wand). De wandluis is een snel loopend, bruinrood, behaard insect van 5 mM lengte, dat behoort tot de halfvleugeligen en tot de familie der wantsen, waarvan er een groot aantal soorten bestaan, die echter meestal niet in onze huizen komen.

De bladluis, de frambozenwants, de appelwants en de bloemenwants behooren ertoe. Wantsen geven aan vruchten een walgelijken smaak. De wandluizen hebben óók de eigenaardigheid, om wanneer hun lichaam aangeraakt wordt, een walgelijken geur af re geven : dat is hun verdedigingsmiddel. Zij vestigen zich gaarne in slaapkamers, in donkere reten van ledikanten, en van houten wanden of vloeren, en verder achter behangsels. Overdag ziet men ze niet. Zij voeden zich met bloed van menschen, duiven, nestvogels onder de pannen, muizen en kippen.

Zij steken in de onbedekte huid van den mensch, hebben zich na drie minuten volgezogen en zijn dan zeer levendig. Pas eenigen tijd na den beet, ontstaat op de gebeten plaats een roode jeukende vlek door het speeksel, dat de luis in de huid heeft gebracht. Zij leggen soms groote afstanden af. Als een wijfje goed gevoed is, legt het van Maart tot Juni vier eieren op een dag. Is het huis centraal verwarmd, dan komen de neten in zes dagen uit, anders pas na drie weken. De larven maken een onvolkomen gedaanteverwisseling door en na een paar vervellingen gelijken zij geheel op de ouden.

Gaarne kruipen zij naar de bovenverdieping, indien daar duiven gehouden worden (in Duitschland is het houden van duiven in woningen verboden). De vogelwants is na verwant aan onze wandluis en wordt eveneens in huizen aangetroffen, wanneer er vogels onder de pannen of duiven op den zolder huizen. Duiven- en kippenhokken zitten er soms zóó vol van, dat de wanden een bruinroode kleur hebben. In Frankrijk en België komen wantsen vaker voor dan hier te lande.Indien men na den koop van een huis ontdekt, dat er zich wandluizen in bevinden, dan is dat een rechtsgrond om ontbinding der overeenkomst te vragen.

Er zijn veel bestrijdingsmiddelen in den handel. Zeep en water zijn de beste middelen. Het nieuwste is zeepwater met een aftreksel van versch insectenpoeder (kamillen). Deze vloeistof moet met een sproeier in de reten geblazen worden. Meestal zijn die middelen niet afdoende. Een huis, dat sterk met wandluizen is bezet, kan niet afdoend ontsmet worden met gewone middelen.

Men heeft dan de keus tusschen afbreken of ontsmetten met blauwzuur. Het gebruik van blauwzuur is echter, wegens het groote gevaar, slechts aan bijzondere personen toegestaan. Na vijf weken moet de zuivering herhaald worden, om het nageslacht te dooden.

In den laatsten tijd heeft men het nut van wandluisetende insecten bestudeerd. De boekenschorpioen is zulk een diertje. Het heeft groote scharen, waarmee het de wandluis vastgrijpt. De zgn. roofwantsen eten ook insecten, maar zij vermenigvuldigen zich te langzaam. In Griekenland leeft een wandluisetende spin. die een huis in lj jaar van wandluizen zuiveren kan. Het is niet bekend', of deze spin zich in ons klimaat snel genoeg vermenigvuldigt, en den winter door kan komen.