Gepubliceerd op 18-08-2020

Vuursteen

betekenis & definitie

Zeer harde steensoort, bestaande uit ongekristalliseerd kiezelzuur, wit verweerd van buiten en bruin van binnen. Evenals glashard ijs, lak, gietstaal en dergelijke ongekristalliseerde stoffen splijt vuursteen met een onregelmatig golvend oppervlak, dat soms op een schelp gelijkt en met scherpe kanten.

Vuursteenen zijn gevormd te midden van de koolzure kalk in het krijttijdperk der aardgeschiedenis, toen kalkgeraamten der kleine zeedieren in zee bezonken en dikke lagen koolzure kalk vormden. Die lagen liggen in ZuidLimburg dicht onder de aardoppervlakte. Tusschen die kalkpantsers kwamen ook kiezelpantsers van Idezelsponsen voor. Het kiezelzuur van die pantsers veranderde onder den invloed van de aardwarmte en hoogen druk, loste op en zette zich uit het water af op overblijfsels van kleine zeedieren en verhardde daarna. Op deze wijze zijn de geheimzinnige teekeningen te verklaren, welke men soms op vuursteen aantreft. Immers als de kalkschaal dier zeedieren verloren gaat, dan blijft een afdruk van dat kalkpantser op den vuursteen achter.

Het volk, getroffen door de geheimzinnigheid dier teekens, meent, dat die steenen bij onweer uit den hemel vallen en noemt ze dondersteenen. Die dondersteenen zouden geneeskrachtige waarde hebben tegen rheumatiek. Soms vindt men in de kern van den vuursteen nog den zeeappel, waarop het kiezelzuur zich afzette. Waarom vuursteenen in de mergel in lagen wordt aangetroffen, is echter niet verklaard.De vuursteenen van onze Utrechtsche heide zijn daar gebracht door het Noorsche landijs en afkomstig van de krijtrotsen van de Oostzee. De vuursteenen in ons Maasen Rijngrint zijn rondgeslepen door het water. Ook in de Limburgsche mergel vindt men, behalve de groote brokken, ronde vuursteenen, op duiveneieren gelijkend. Men meent, dat de branding van een vroegere zee die steenen zoo rond maakte.

In den ouden tijd maakten de menschen hun wapens van vuursteen. Er heeft zich in de laatste jaren een nieuwe wetenschap ontwikkeld, die studie maakt van bewerkte vuursteenen. Uit de wijze van bewerking maakt men de tijdperken van ontwikkeling van het menschdom op en leert men de levenswijze kennen. Wapens van vuursteen zijn zóó bewerkt, dat ze gebruikt konden worden tegen het wild, waarop men jaagde en men vindt ze in dezelfde aardlagen, als de gebeenten van het wild Hoe jonger de aardlaag is, welke men onderzoekt, des te beter is de bewerking der vuursteenen, wapens en gereedschappen, die men erin aantreft. In de oudste aardlagen vindt men bij de overblijfselen van dieren, welke in het begin van den ijstijd hebben geleefd, alleen ruw behouwen gereedschap. In de jongere lagen vindt men fijn bewerkte bijlen, priemen, messen, vijlen en pijlspitsen.

Bij gelijken ouderdom der aardlagen vindt men dezelfde ontwikkelingstrap van de bewerking van de vuursteen. In rotsholen vindt men ruw bewerkte vuursteen bij geraamten van den holenbeer, den holenleeuw en den mammouth, dieren uit den ijstijd. Aan oevers van rivieren vond men echter veel beter bewerkte vuursteen bij beenderen van nijlpaard, oeros, rhinoceros, dieren, die in den warmen tusschentijd van den ijstijd, dus veel later, hebben geleefd. In grotten van Frankrijk heeft men lagen van overblijfselen, samen van 9 Meter dikte gevonden. Die lagen waren van elkaar gescheiden door lagen zonder resten. Juist zulke lagen van geraamten en wapens zijn leerzaam voor de bepaling van den ouderdom.

De vuursteenen, welke men vond op de heide van Elspeet bij Harderwijk en van Budel bij Eindhoven zijn bewerkt in den tijd van 10—25 duizend jaar vóór Chr. De hunnebedden zijn jonger: 2—5000 jaar v. Chr. Evenoud als de hunnebedden zijn de klokvormige bekers van steen (voor den vorm zie afb. blz. 262) en bewerkte vuursteen, gevonden te Rijkholt in Z. Limburg. Vindt men gekraste teekeningen op rendierhoorns bij vuursteenen, dan zijn die van jonggn datum.

In 1816 kwam men tot de overtuiging, dat reeds lang vóór de schepping van Adam, menschen hadden geleefd en dat het menschdom zeker wel 6000 jaar moest zijn. Thans weten wij met zekerheid dat het menschdom zeker eenige honderdduizenden jaren oud is. Of reeds vóór den ijstijd menschen geleefd hebben, is nog altijd niet zeker. Men heeft stukken vuursteen gevonden in aardlagen, welke vóór den ijstijd gevormd zijn en sommigen meenen, dat uit den vorm der vuursteenen is op te maken, dat een menschenhand die zoo gemaakt moet hebben. Anderen betwijfelen dat.

Vroeger gebruikte men vuursteen voor ontsteking van geweren; nu gebruikt men knalkwik. De zgn. vuursteentjes der tegenwoordige sigarenaanstekers bestaan uit zeer hard ijzer. Deze zijn inIndië zwaar belast, in verband met belasting op de lucifers.

Van vuursteen maakt men flintglas, een heldere zware glassoort met sterke lichtbreking (voor lenzen). Zie flintglas.