Gepubliceerd op 18-08-2020

Vurenhout

betekenis & definitie

Timmerhout, afkomstig van den fijnen spar, abiës excelsa, Zweedsch: föhre. In kleur en in harsgehalte staat het tusschen dennenhout en grenenhout in.

Het wordt aangevoerd uit Zweden en Rusland. Ook Duitschland levert vurenhout, dat echter in warmer klimaat is gegroeid en veel zachter is (voor pakkisten). Men noemt het „vuchtenhout” (Hd. Fichte). Vurenhout wordt meestal gezaagd ingevoerd Timmerfabrieken verwerken er groote hoeveelheden van. Het is vast en fijn en laat zich gemakkelijk bewerken.

Het hout is zoo gelijkmatig van bouw, dat het zelfs voor klankbodems van violen en piano’s geschikt is. De fijne spar, die dit hout levert, heeft afhangende takken, lange, hangende kegels en een vlak strijkend wortelnet. Op armen zandgrond groeit hij niet; liefst op leemachtigen grond en eenigszins beschaduwd.