Gepubliceerd op 18-08-2020

Vastenavond

betekenis & definitie

De tijd vóór de Groote Vasten (zes weken vóór Paschen). Het tijdperk van Driekoningen (6 Januari) tot aan Aschdag (Woensdag voor Paschen, het begin der vasten) omvat de Vastenavond- of carnavalsdagen.

Zij beginnen iy verschillende landen op verschillende dagen; door vermaken tracht men zich schadeloos te stellen voor de komende ontberingen van de groote veertigdaagsche vasten. Die vermaken zijn vermoedelijk voortgekomen uit de heidensche lentefeesten: de bacchanalia der Romeinen en de Joelfeesten der oude Germanen. De Joelfeesten waren eigenlijk winterfeesten (eind December); in Zweden heet de Vastenavond nog Joelfeest. De drie dagen voor Aschdag zijn de vastenavonddagen bij uitnemendheid. Vooral in Italië en Frankrijk wordt het carnaval uitbundig gevierd. In ons land is dat alleen in Noord Brabant en Limburg het geval.

In Brabant noemt men die dagen „paaskes”. Zij worden gevierd met dwaze vermommingen, maskerades, dansen en snakerijen. Vroeger werd Prins Carnaval door een strooien pop voorgesteld, welke onthoofd, gesteenigd en verbrand werd en geofferd aan Chronos, den God van den Tijd. De Hervormden verzetten zich aanvankelijk tegen die feesten, maar zij waren niet bij machte ze te onderdrukken en ook de R.-K. kerk gelukte het niet altijd de feesten binnen de perken te houden. Sedert den oorlog bestaat in ons land het verbod, zich in carnavalspak op straat te vertoonen; alleen in Den Bosch en in Bergen op Zoom is dat nog op bepaalde uren toegestaan.