Gepubliceerd op 18-08-2020

Toetssteen

betekenis & definitie

Een zwarte, gelaagde steensoort van kiezelzuur, welke bestaat uit pantsertjes van zeediertjes en ook wel kiezellei genoemd wordt. Toetssteen komt in uitgestrekte lagen in België en in Wales voor.

De Belgische Maas stroomt er over heen en voert keitjes ervan mede. Omdat deze steensoort niet aan den Rijn voorkomt, kan men Maasgrint aan de toetssteentjes onderkennen. De heuvels van Brabant, van een groot deel van de Veluwe, Twente en den Achterhoek blijken van de Maas afkomstig te zijn. Ook de onderste lagen van den Hondsrug en zelfs heuveltjes in Friesland bevatten deze kiezellei. Zij brokkelt rechthoekig af, de keitjes hebben ronde kanten. Men ziet er met het vergrootglas ronde figuurtjes op, de pantsers der schaaldiertjes.Met toetssteen onderzoeken de goudsmeden de zuiverheid van het goud. Gouden voorwerpen laten namelijk, als ze met een toetssteen bestreken worden, een eigenaardig getinte streep op den steen achter, welke men dan vergelijkt met de kleur van strepen, welke proefnaalden van bekende zuiverheid erop ' vormen. Ook vergelijkt men de oplosbaarheid der strepen in salpeterzuur. Eigenlijk kan men alle zwarte gesteenten voor toetssteen gebruiken, indien zij maar niet door salpeterzuur kunnen worden aangetast; zwarte basalt, lydiet (kwartssteen met kool), zwarte jaspis, ja zelfs zwart Wedgewood (gebakken klei) zouden dienst kunnen doen.