Saffier behoort met het robijn en het diamant tot de echte edelgesteenten, is doorschijnend, zeer hard, blauw van kleur en verschilt van robijn alleen door de kleur. Ook lazuursteen gelijkt erop, maar is niet doorschijnend.
Saffier met hemelsblauwe kleur is het meest gezocht. Verwarming doet de kleur verbleeken; ook verkleurt de steen soms uit zich zelf. Men meent daarom, dat de kleurstof van organischen aard is. Anderen schrijven de blauwe kleur toe aan vermenging met kobalt (een blauw element). Saffier bestaat uit kiezelzuuraluminium. Men vindt het steeds samen met robijn.
Vroeger meende men, dat saffier een geheimzinnige werking had en een voorbehoedmiddel tegen pest was. Het was een sieraad voor priesters, die het droegen, omdat het de zinnen zou beteugelen. De koning in een staatje van Engelsch-Indië bezit een saffier van ongekende grootte (951 karaat, een karaat is 205 mgr). In den Plantentuin te Parijs bevindt zich een saffier, dien men, naar den vinder, den Lepelverkooper noemt.
