De rups van den wintervlinder, die zijn eieren in aaneengesloten ringen rondom de takken van vruchtboomen legt. Deze eieren worden door bespuiting met carbolineum niet vernietigd ; men moet ze uitsnijden.
De rupsen hebben een witte ruggestreep en verder blauwe, roode en gele strepen (livreirups). Zij leven aanvankelijk bij elkaar in een los spinsel.
