Gepubliceerd op 18-08-2020

Richel (veeteelt)

betekenis & definitie

Dikke plank in den koestal, waarop het vee met de achterpooten staat (in N.-H. stalhout geheeten). Tegenwoordig is de richel gemetseld.

Vee van de richel: verachtelijk gespuis, tuig.

De timmerman verstaat onder richels: platte latten, ongeveer 40—70 mm breed, voor betimmering van een plafond. Richelen, rachelen, tengelen.