Gepubliceerd op 18-08-2020

Praam (paarden)

betekenis & definitie

Praam beteekent in het algemeen: druk, beklemming, beknelling. De praam der droefenis (Bilderdijk).

Bij lastige paarden gebruikt men een praam, om ze in bedwang te houden bij het beslaan der hoeven. De praam bestaat uit een houtje met een lus eraan. Men legt de lus om de bovenlip van het paard en draait het houtje als een knevel rond, waardoor de lus de bovenlip insnoert.