Gepubliceerd op 18-08-2020

Perkament

betekenis & definitie

In den ouden tijd schreef men in de Oostersche landen op een soort leer, dat spoedig naar de Westersche landen werd uitgevoerd. De stad Pergamum in Klein-Azië leverde een leersoort, die bijzonder geschikt daarvoor was; van den naam van die stad is het woord perkament afgeleid.

Spoedig werd het ook in Europa gemaakt uit vellen van kalveren, paarden, ezels, geiten en schapen. De oppervlakte der huiden werd met puimsteen gladgemaakt en bestreken met kalk, lijmwater, loodwit, krijt en olie. Het fijne perkament komt van kalfsvellen. De eerste prachtige voortbrengselen der boekdrukkunst (de wiegedrukken) zijn op perkament gedrukt en in varkensleer gebonden. Vele kostbare, beschreven perkamenten zijn later misbruikt om er boekbanden van te maken. Namaak-perkament komt van pezen, darmen en afval van huiden.

Perkamentpapier maakte men eerst van gewoon papier, dat met gips en lijmwater werd bedekt. Tegenwoordig maakt men perkamentpapier op andere wijze: Men maakt gebruik van de eigenschap van cellulose (de celstof van het hout) om door inwerking van zwavelzuur en van salpeterzuur geheel van aard te veranderen en wel in een gummiachtige, doorschijnende stof, houtdextrine, een vorm van celstof met een kleiner molecuul. Hetzelfde verkrijgt men door langdurig malen in hollanders. Die houtdextrine wordt uitgewasschen, gedroogd, gewalst en geglansd en heeft dan de eigenschappen van de perkamenten schapenhuid verkregen. Perkamentpapier is niet aan bederf onderhevig zooals perkament en daarom gebruikt men het, om er flesschen met vloeibaren inhoud mede af te sluiten. Perkamentpapier gebruikt men verder voor speelgoedtrommels.