Omdat een schip met drie masten beter bestuurbaar is dan een met twee masten, hebben sommige zeilschepen een kleine bezaansmast (achterste mast), die druilmast heet. Het zeil is bij zulke schepen regelmatiger verdeeld dan op tweemastschepen.
De schoothoek van het zeil van den druilmast steekt achter het schip uit. Om dien schoothoek te bevestigen, wordt naar achteren de papegaaistok uitgestoken, voorzien van een blokschijf, waarover de schoot binnenboord kan aangehaald en gevierd worden. De papegaaistok houdt dus het achterzeil uit.
