Gepubliceerd op 18-08-2020

Oktrooi

betekenis & definitie

Het uitsluitend recht op een uitvinding. Volgens de bepalingen van de oktrooiwet van 1912, verleent de Oktrooiraad te ’s-Gravenhage zulk een recht na aanvraag van den belanghebbende, die zich daarbij kan doen bijstaan door een oktrooi bezorger, van wege het Rijk geëxamineerd en erkend.

Een lijst van oktrooibezorgers is bij den Oktrooiraad verkrijgbaar. De kosten van de aanvraag bedragen 75 gld.; bij weigering van oktrooi wordt een deel terugbetaald; bij toewijzing is ten minste 250 gld. verschuldigd. Terstond na de indiening van de aanvraag volgt een onderzoek. De uitvinding moet nieuw zijn en nimmer beschreven. De omschrijving van het aangevraagde ligt vier maanden lang ter inzage in de leeszaal van den Raad, in afwachting van bezwaarschriften tegen de verleening. In ons land geschiedt het onderzoek zeer nauwkeurig.

In het buitenland is dat niet het geval en daarom is de waarde van een Nederlandsch oktrooi grooter. Door een internationale overeenkomst is het niet noodig, tegelijkertijd in het buitenland oktrooi aan te vragen, om tegen misbruik beveiligd te zijn. Men heeft met die aanvraag in het buitenland een jaar den tijd en gewoonlijk is in dat jaar over de aanvraag beslist. Volgens de wet is de oktrooihouder verplicht de voorwerpen, die hij in den handel brengt, te merken, zoodat men kan zien, dat het oktrooi in Nederland is verleend. Verzuim is strafbaar, maar geeft niet aan een ander het recht, om de voorwerpen na te maken en in den handel te brengen.Een oktrooi heeft slechts een beperkten duur en vervalt van zelf na zekeren tijd, indien niet voor hernieuwing gezorgd wordt. Jaarlijks is een vast bedrag verschuldigd.

Vroeger had het woord oktrooi een uitgebreider beteekenis dan tegenwoordig, nl. een ambtelijke vergunning. Ten tijde van de Republiek verleenden de Staten en de stedelijke regeeringen oktrooien om gronden in te polderen, wegen of vaarten aan te leggen, penningen te slaan en markten te houden. Men sprak toen o.a. van de Geoktrooieerde Oost-Indische Compagnie. In 1814 werd bij Besluit van den Souvereinen Vorst aan de Nederlandsche Bank oktrooi verleend voor de uitgifte van bankpapier. De verleening van oktrooien was langen tijd het uitsluitend recht van den vorst.