Gepubliceerd op 18-08-2020

Oeros

betekenis & definitie

Een groot rund van meer dan twee meter hoogte, dat reeds voor honderdduizend jaar in Europa, Klein-Azië en N.-Afrika leefde. Zeer bekend zijn de afbeeldingen van het dier, die men op rotsmuren in Spanje aantreft en die dagteekenen uit een tijd tusschen 25 en 12 duizend jaar v.

Chr. Ook in den Bijbel wordt de oeros genoemd, maar het woord werd in het Nederlandsch vertaald als eenhoorn. In den tijd der Romeinen kwam het dier alleen nog aan den Rijn voor, in de 17de eeuw alleen nog in Pruisen, waar in 1627 de laatste oeros gedood werd. Ons rund is een afstammeling van den oeros; de Spaansche gevechtsstier heeft er nog gelijkenis mee.Een tijdgenoot van den oeros is de Europeesche bison, de wisent, waarvan in 1922 de laatste, in het wild levende, werd gestroopt. Er zijn thans nog 66 wisenten in dierentuinen.