Gepubliceerd op 18-08-2020

Nieuwe haring (visscherij)

betekenis & definitie

In Juni begint de trek van den haring in groote scholen, die samenkomen bij de Shetlandsche Eilanden en dan langs de Schotsche kust zwemmen naar het Zuiden (Schotsche haring). De haringvangst valt samen met den trek.

De visch rijpt in den trek en is volwassen en vet in Juni, als ze in de buurt van Doggersbank is aangekomen. Hier visschen de Hollanders en van hier komt dan de eerste Hollandsche haring aan de markt. Deze heeft nog geen hom of kuit (maatjesharing) en wordt Nieuwe Hollandsche Haring genoemd. Later in den tijd krijgt de visch hom of kuit en heet dan volle haring. Aan het eind van den vangtijd (de teelt), heeft de haring kuit geschoten en spreekt men van ijle haring. Wat vroeger dan Juni gevangen wordt, is onrijpe haring, klein van stuk en niet vet.

Wil men de allerfijnste haring koopen, dan moet men wachten tot de kranten melden, dat de eerste nieuwe Hollandsche haring aan de Koningin is gezonden. De reeders doen dat, wanneer de jonge haring juist rijp en vet is; hetgeen vóór dien tijd geleverd wordt, is niet de allerbeste. Ook in de maanden, die Juni voorafgaan, wordt wel zoogenaamde nieuwe haring aangeboden, maar dat is haring van het vorige jaar. Deze wordt zwaar gepekeld in tonnen bewaard of licht gepekeld in koelhuizen opgeslagen. Deze koelhuisharing is echter van zeer goede hoedanigheid. De sterk gezouten haring niet.

Men kan door een eenvoudig middel oude haring van nieuwe haring onderscheiden. Men onderzoekt de ooglens. Bij de nieuwe haring is de lens helder; bij oude haring van het vorige jaar is de lens wit, door de langdurige inwerking van het zout. Bij koelhuisharing is de lens troebelwit.